Koning Benhadad van Aram riep al zijn troepen onder de wapenen. Met tweeëndertig andere koningen, uitgerust met paarden en wagens, rukte hij op tegen Samaria en omsingelde het. Benhadad stuurde afgezanten naar de stad, naar koning Achab van Israël. Ze moesten de volgende boodschap overbrengen:

‘Dit zegt Benhadad:

“Uw goud en zilver komen mij toe, en uw mooiste vrouwen en flinkste zonen ook!”’ De koning van Israël liet antwoorden:

‘Het is zoals u zegt, mijn heer en koning:

ik behoor u toe met alles wat ik bezit.’ De afgezanten kwamen opnieuw naar Achab toe en zeiden:

‘Dit zegt Benhadad:

“Ik heb afgezanten naar u toe gestuurd met de boodschap dat u uw goud en uw zilver en uw vrouwen en uw zonen aan mij moet geven. Welnu, morgen om deze tijd stuur ik mijn dienaren naar u toe. Zij zullen uw paleis en de huizen van uw dienaren doorzoeken en alles meenemen waaraan u waarde hecht.”’

De koning van Israël riep alle oudsten van het land bij zich en zei:

‘Zoals u ziet heeft koning Benhadad het slecht met ons voor. Hij had mijn vrouwen en zonen en mijn goud en zilver al opgeëist, en ik heb het hem niet geweigerd.’ De oudsten en de andere Israëlieten zeiden tegen de koning:

‘Doe niet wat hij zegt, willig zijn eis niet in.’ Hierop zei Achab tegen de afgezanten van Benhadad:

‘Zeg tegen mijn heer en koning:

“Alles waar u mij de eerste keer om hebt gevraagd zal ik u geven, heer, maar op uw tweede eis kan ik niet ingaan.”’ De afgezanten vertrokken en brachten dit antwoord aan Benhadad over. Daarop zond Benhadad de volgende boodschap:

‘De goden mogen met mij doen wat ze willen als er van Samaria genoeg stof overblijft om er alle soldaten die voor mij vechten een handvol van mee te geven.’ De koning van Israël antwoordde:

‘Zeg hem dat wie zich opmaakt voor de strijd, niet moet juichen voor hij de wapens weer heeft afgelegd!’ Benhadad zat met de andere koningen in de schaduw te drinken toen hij dit antwoord ontving, en onmiddellijk beval hij zijn aanvoerders hun stellingen tegenover de stad te betrekken.

Loading

Lees ook deze Berichten:

1 Koningen 13:11-23 Profetie tegen Jerobeam 2
1 Koningen 11:26-33 Salomo's tegenstanders 2
1 Koningen 17:1-16 De profeet Elia 1
1 Koningen 16:29-34 Achab, koning van Israël
1 Koningen 17:17-24 De profeet Elia 2
1 Koningen 15:33-34-16:1-7 Basa, koning van Israël
1 Koningen 1:1-10 Salomo tot koning gezalfd 1
1 Koningen 8:12-25 De inwijding van de tempel 2
1 Koningen 21:13-22 De wijngaard van Nabot 2
1 Koningen 2:13-25 Davids laatste wilsbeschikking ...
1 Koningen 22:27-40 Derde oorlog met Aram 3
1 Koningen 20:23-32 Tweede oorlog met Aram 1
1 Koningen 9:10-23 Andere ondernemingen van Salomo...
1 Koningen 2:1-12 Davids laatste wilsbeschikking 1
1 Koningen 1:11-26 Salomo tot koning gezalfd 2
1 Koningen 7:27-39 De inrichting van de tempel 2
1 Koningen 7:13-26 De inrichting van de tempel 1
1 Koningen 2:26-35 Davids laatste wilsbeschikking ...
1 Koningen 6:14-28 De bouw van de tempel 2
1 Koningen 22:1-12 Derde oorlog met Aram 1
1 Koningen 22:52-54 Achazja, koning van Israël
1 Koningen 8:37-47 De inwijding van de tempel 4
1 Koningen 18:25-36 Elia en de profeten van Baäl 3
1 Koningen 9:24-28 Andere ondernemingen van Salomo...
1 Koningen 8:48-61 De inwijding van de tempel 5
1 Koningen 18:13-24 Elia en de profeten van Baäl 2
1 Koningen 15:1-8 Abiam, koning van Juda
1 Koningen 10:23-29 Salomo's rijkdom 2
1 Koningen 8:26-36 De inwijding van de tempel 3
1 Koningen 11:1-13 Salomo's ontrouw
1 Koningen 19:12-21 Elia op de Horeb 2
1 Koningen 15:25-32 Nadab, koning van Israël
1 Koningen 16:8-14 Ela, koning van Israël
1 Koningen 7:40-51 De inrichting van de tempel 3
1 Koningen 10:14-22 Salomo's rijkdom 1
1 Koningen 16:23-28 Omri, koning van Israël
1 Koningen 12:15-24 De scheuring van het rijk 2
1 Koningen 18:37-46 Elia en de profeten van Baäl 4
1 Koningen 8:1-11 De inwijding van de tempel 1
1 Koningen 21:1-12 De wijngaard van Nabot 1
1 Koningen 6:29-38 De bouw van de tempel 3
1 Koningen 22:41-51 Josafat, koning van Juda
1 Koningen 19:1-11 Elia op de Horeb 1
1 Koningen 6:1-13 De bouw van de tempel 1
1 Koningen 3:15-28 Salomo's wijsheid 2
1 Koningen 11:34-40 Salomo's tegenstanders 3
1 Koningen 10:10-13 Bezoek van de koningin van Seb...
1 Koningen 15:16-24 Asa, koning van Juda 2
1 Koningen 1:41-53 Salomo tot koning gezalfd 4
1 Koningen 2:36-46 Davids laatste wilsbeschikking ...
1 Koningen 1:27-40 Salomo tot koning gezalfd 3
1 Koningen 12:33-13:1-10 Profetie tegen Jerobeam 1
1 Koningen 16:15-22 Zimri, koning van Israël
1 Koningen 14:1-11 Jerobeam gestraft 1
1 Koningen 8:62-66 De inwijding van de tempel 6
1 Koningen 22:13-26 Derde oorlog met Aram 2
1 Koningen 20:33-43 Tweede oorlog met Aram 2
1 Koningen 12:25-32 Jerobeam, koning van Israël
1 Koningen 11:14-25 Salomo's tegenstanders 1
1 Koningen 12:1-14 De scheuring van het rijk 1
1 Koningen 5:15-23 Voorbereidingen voor de tempelb...
1 Koningen 9:1-9 Belofte aan Salomo
1 Koningen 10:1-9 Bezoek van de koningin van Seba ...
1 Koningen 14:21-31 Rechabeam, koning van Juda
1 Koningen 11:41-43 Salomo's dood
1 Koningen 15:9-15 Asa, koning van Juda 1
1 Koningen 4:1-19 Salomo's ambtenaren
1 Koningen 4:20-5:1-14 Salomo's grootheid
1 Koningen 13:24-34 Profetie tegen Jerobeam 3
1 Koningen 7:1-12 Salomo's paleis
0Shares